Woensdag 10 juni vertrokken we met een volle bus richting de Noordoostpolder.
foto’s CdE
We kwamen na enig oponthoud aan bij de wijnboerderij Groot Vertroue in Creijl waar we met heerlijke koffie en gebak ontvangen werden. Het oponthoud kwam doordat mw. De Graaf onwel was geworden en helaas met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht moest worden. Aan het eind van de dag was zij gelukkig weer terug in haar woning aan het IJe.
Daarna maakten we een rondrit door de Noordoostpolder, waarbij een gids ons op leuke en informatieve wijze vertelde over de bijzonderheden van de polder.
Zo hoorden we dat er in de polder eerst een stad gepland/gebouwd werd en dat daarom heen op zo’n 10 kilometer de dorpen gesitueerd waren. Het achterliggende idee was, dat de boeren op de fiets naar de stad moesten kunnen. In die tijd waren er nog weinig auto’s.
De uitgegeven percelen hadden allemaal een veelvoud van 12 hectares. Een boer met bijvoorbeeld 24 hectare grond ‘kreeg’ een kleinere boerderij dan een boer met 48 hectare grond.
Die grotere boerderij lag dan ook weer verder van de stad af, verondersteld werd dat die boer eerder een auto aan kon schaffen.
Onze gids vertelde ook over trekkers met GPS-besturing. De voren die gemaakt worden zien er prachtig recht uit, in tegenstelling tot de voren die gemaakt worden met een trekker zonder GPS-besturing, daar zit nog wel eens een kronkeltje in.
Wat mij opviel aan de Noordoostpolder is dat de polder heel weids is én dat er onvoorstelbaar veel windmolens staan. Waar je ook keek, overal windmolens.
Na de rondrit gingen we bij Urk aan boord van de ‘Zuiderzee’, waar we al varend een heerlijke lunch kregen, kibbeling met patat. Iedereen tevreden. Terug in de haven hadden we nog een uur de tijd om Urk te verkennen.
De vuurtoren was te beklimmen, dus dat heb ik gedaan, helemaal tot aan de lamp toe.
Om 4 uur in de middag vertrokken we weer naar huis, waar we om 17.45 uur weer in Edam aankwamen.
Cora den Engelse